Het was winter. In de
langzame trein
sliep boven ons in het
bagagenet iemand
om te herstellen van zijn
eerste verdriet.
Buiten verschoof het platte
land. Het vroor.
Er lagen grote roestige
buizen
waar doorheen de
winterwind blies.
Daar lagen zij in het door
niemand bevroren land
als mannen zonder moeders.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten