zaterdag 28 december 2013

Een witte ochtend, eerste dooi M. Vasalis


Een witte ochtend, eerste dooi
de lucht wit-grijs, egaal gespreid
en aan de lange horizon
welt nu een witte zon.
Geen wind, beweging of geluid.
Er botten waterdruppels uit;
aan iedre tak en iedre struik
zijn knoppen licht.

Een hartstochtsloze en totale aanwezigheid
maakt zich nu kenbaar en het is
of in een diepe adempauze van de tijd,
dichtbij, een pasgeboren kind
zich stil, volmaakt en ademend bevindt.

vrijdag 6 december 2013

Sneeuwmaker - Peter Holvoet-Hanssen


Er wordt te weinig sneeuw gemaakt. Soms nog in de
film, op een podium. De machines zijn zoek of heel
duur, denk ik. Maak ze goedkoop en dan is er nooit
gezeur over Witte Kerstmis. Overal en voor iedereen
het spinsel van witte vlokken. Tegen het lawaai.

Drinken mensen meer chocolademelk. Worden er
weer verhalen verteld. Dat maakt het winters leven
draaglijk en het oranje sneeuwlicht helder. Kwezels
zullen dansen, rochelpotten houden slijmjurken vast.
Ik zie het in mijn kristallen bol. Die zwarte snoet
wordt Zwarte Piet. Hij veegt het snot weg met zijn
mouw, zonder nostalgie: krijgt er sproeten van.

Ik hul de scharensliep in brokaat zonder tierlantijn.
Een tiaar op zijn zigeunerhoofd: krijgt engelenhaar.
Het licht in zijn ogen gloeit als in een oude jukebox.
De Perzische kat is verliefd op de knarsende viool.
De klok staat er stil van, ligt te snorren bij de stoof.

Plop, een sneeuwbal in de nek van de edelman.
En plop, eentje op de kont van de bakkersvrouw.
Vader en moeder schaatsen niet meer mee.
Waar is de orgelman? En waar is mijn slee?
Schemerschijn. Een uitgeputte hermelijn.
Ik moet de sneeuwmannen reanimeren.
Vals ijs pletten en massagraven dempen.

Schud mijn dons leeg van den hogen hemel neer.
Nu ben ik leeggeschud. Eindeloos moe.
Ik wacht op de markiezin van Orion.
Ver weg van de vossenjacht.
Kom sneeuw, dek mij toe.

woensdag 4 december 2013

Where the Sidewalk Ends - Shel Silverstein


There is a place where the sidewalk ends
And before the street begins,
And there the grass grows soft and white,
And there the sun burns crimson bright,
And there the moon-bird rests from his flight
To cool in the peppermint wind.

Let us leave this place where the smoke blows black
And the dark street winds and bends.
Past the pits where the asphalt flowers grow
We shall walk with a walk that is measured and slow,
And watch where the chalk-white arrows go
To the place where the sidewalk ends.

Yes we'll walk with a walk that is measured and slow,
And we'll go where the chalk-white arrows go,
For the children, they mark, and the children, they know
The place where the sidewalk ends.