maandag 19 december 2016

Nadien Wim den Blanken

het zijn jouw handen
die lucht in mij kneden,
de plooien glad strijken
Ik ben jouw kunstwerk,
onverwacht en kleihard




donderdag 14 april 2016

Nooit kwaad Hugo Claus

Kwaad kan het nooit, het begeren
naar wat ons voortdurend ontsnapt
Alleen het verzuurd beheren
ceremonieel opgelapt
kan ons leven bezeren

Verander nu gauw
van kleren
Verzaak aan rekeningen
Vertrouw op haperingen

dinsdag 5 april 2016

Ansichtkaart Wim Brands

Terug van vakantie vlooi ik door de post.
Er is een ansichtkaart van mijn moeder.
Sinds de dood van mijn vader
gaat ze elke zomer naar het buitenland.
De Jura, dit jaar. Dat ligt tegen
de Spaanse grens,
had ze gezegd. Ik beaamde dat.
Ik spreek haar niet meer
tegen.
Ik bekijk de kaart. Op de voorkant
een dorp in de bergen.
Op de achterkant
mijn adres en een plakkertje waarop ze
een paar woorden heeft getikt
al voor ze vertrok.
Ik zie haar aan de keukentafel zitten,
achter de oude typemachine.
Een beetje bevreesd:
het buitenland blijft het buitenland.
Alles O.K. hier. Ma.

Engelen Wim Brands

Sinds vanochtend weet ik dat engelen soms verdwijnen.
Mijn beschermengel was laat. Ik zat al in de bus toen ik hem
pas zag, ineengedoken op de schouder van een oude man.
Ik ga dadelijk, zei hij, bij de volgende halte ga ik. Ik mocht je.
Ik jou ook – en ik keek ongelovig en haalde mijn schouders op:
waarom?
Omdat je te veel hebt gereisd, zei hij, en ik altijd volgde;
Weet je hoeveel kilometers het naar de maan is?
Als engelen dat aantal hebben gevlogen verdwijnen ze.

zaterdag 12 maart 2016

Hij huilt bij de begrafenis Hagar Peeters

Hij huilt bij de begrafenis
niet om wie gestorven is
maar omdat het nu kennelijk mag.

Beulen kruipen uit het graf
verraders dragen de kist
bedriegers werpen zand

een leugenaar leest de mis
op de valse cadans van het koor
dat de moord beging.

In de kring van rouwenden
ontwaart hij een zonderling
die gebaart dat hij zich vergist:
kijk maar, er ligt niet wie er ligt.

Het ongeluk Hagar Peeters

Er was vervallen. Er was verslagen.
Er waren woorden van de levenden later.
Er was onbegrip. Er was weemoed.
Er was een lege auto langs de weg.
Er was een coupé gevallen in de vallei.
Er waren ramptoeristen, verslaggevers,
cameramensen. Er waren artikelen in de krant.
Er waren foto’s van de fotografen. Er was zand.
Er was geen afscheid, daar was geen tijd voor.
En er was spijt, al wist niemand om wat.
Zo moet ik verleden week zijn overleden.
Ik ben door iets onnoembaars overreden
toen ik onoplettend overstak van mij naar jou.

woensdag 9 maart 2016

Ik ben er Gerdine Smit

En als het dan zo is
leg ik mijn pad
naast het jouwe
en loop ik met je mee

ik was nog naar de goden
of ze iets konden regelen
zo werkt dat niet
zeiden ze

maar wees gerust
laat zijn
zie je hart
dat luisteren kan
het weet dat de rivier
haar bochten neemt.

zondag 3 januari 2016

Kier Leonard Nolens

Laat dit niet alles zijn, dit leven stil en donker
Als het maandelijks bloeden van de vrouwen.
Laat mij van iemand zijn, maar ook niet zo volstrekt
Dat ik verdwijn, in haar, in hem, of weg moet gaan
Omdat geen mens mijn menselijk gewicht kan tillen.
Uit schrik voor mijn gezicht schrijf ik dit op.

Altijd ben ik onderweg. Ik vind geen rust
Bij mij, ben bang als jij mijn trage stap hoort branden
Op de koude tegels in de gang naar jou.
De deur gaat open. En zoenend en stom onderzoeken je lippen
De sombere man die jou zwijgend staat aan te blaffen
Met liefdesgedichten. Geef hem je bed. Laat alle deuren

Op een kier.