Tegen het donker,
tegen de nacht,
tegen het doodgaan
hou ik de wacht.
Als ik zo lig
kan het ongeluk
niet door mijn rug en
ga jij nooit stuk.
Om de schaduw op het raam,
om het spook in de kast,
om de dief onder het bed
hou ik je vast.
Niemand, mijn eigen
kaalgekust beest
weet hoe vaak ik jou,
jij mij bent geweest.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten