Opeens heb ik een heldere gedachte. Ik wil de vader zijn! Ik wil de vader zijn die een dochter heeft die me aanspreekt met oh, vader.
‘Dochtertje,’ zeg ik, ‘vergeet nooit dat we allemaal niet-bestaande dieren waren, uit een ei gekropen om iemand het tegendeel te bewijzen. Ze weten niet met wie ze te maken hebben? Kom, dan vertellen we het ze. Ik ben een draak. Jij mag een tijger zijn. Als je je overgeeft aan iemand, raken ze je misschien kwijt. Neurie een lied. Ik vind je. Misschien ga je denken dat niets je bekend is, hoewel je bij alles herinneringen hebt. Blijf in het nu. Daar ben ik ook. Misschien ga je denken dat je niets kan, maar uiteindelijk kan je dat wat je wilde, ook als je besluit het niet te doen, omdat het niet gaat. Sla je kleine klauwtjes uit. Trek altijd je eigen plan. Misschien ga je denken dat de nieuwslezers het tegen jou hebben. Luister goed. Het is een belangrijke boodschap. Wacht op niemand. Zing altijd over regen in de regen. Eet zo vaak mogelijk dingen met bladerdeeg. Schaf een schipperstrui aan. Laat ze je nooit vertellen dat je harder dan een tijger rennen moet. Je bent zoveel liever dan een tijger. Kijk, in de verte komt je drakenmoeder aangevlogen, zachte hangbuik om op uit te rusten . . .’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten