Ze trokken God aan zijn mouw;
'Dat geschenk van je,
de liefde,
wat was daar de bedoeling van?'
Het regende
en God verzonk in gepeins
(maar eerst rukte hij zich nog los,
hij hield niet van hun manieren)
en al peinzend
waadde hij door leven en door dood,
door waanzin en nalatigheid,
door waarheid en door angst,
zag hoe zij frunnikten aan elkaars jas
en daalde peinzend af
langs de smalle trap van hun rede-
'Ik heb het geweten,' mompelde hij. 'Ik heb het geweten.'
dinsdag 30 november 2010
Er zijn uren... Toon Tellegen
Er zijn uren
zonder jou. Soms. Misschien. Het is denkbaar.
Er zijn rivieren met oevers vol boterbloemen
zonder jou. Boten met hakkelende motoren, stroomopwaarts,
zonder jou.
Er zijn wegen zonder jou. Zijwegen, ongelukken,
greppels.
Vlinders zonder jou zijn er, en distels. Ontelbare.
Er is mismoedigheid zonder jou. Laksheid. Angstvalligheid.
En er gaat geen uur voorbij,
er is nog geen uur voorbijgegaan.
zonder jou. Soms. Misschien. Het is denkbaar.
Er zijn rivieren met oevers vol boterbloemen
zonder jou. Boten met hakkelende motoren, stroomopwaarts,
zonder jou.
Er zijn wegen zonder jou. Zijwegen, ongelukken,
greppels.
Vlinders zonder jou zijn er, en distels. Ontelbare.
Er is mismoedigheid zonder jou. Laksheid. Angstvalligheid.
En er gaat geen uur voorbij,
er is nog geen uur voorbijgegaan.
Soms, een enkele keer... Toon Tellegen
Soms, een enkele keer,
met heel veel moeite en voornamelijk toevallig,
lukt het iemand
om met beide armen zijn verdriet te omvatten.
Hij tilt het op
Laat de deur niet op slot zijn nu..
Hij duwt hem open met zijn knie
en loopt met grote breedsporige passen naar buiten.
Kijk uit! roept hij
want het verdriet is zo groot dat hij er niet overheen kan kijken,
en doorzichtig is het nooit.
Ver weg, in een sloot of op een drassige plek
onder populieren
of achter een scheve schutting tussen autobanden,
speelgoed, resten van een vuur,
gooit hij het neer
en fluitend loopt hij terug naar huis.
met heel veel moeite en voornamelijk toevallig,
lukt het iemand
om met beide armen zijn verdriet te omvatten.
Hij tilt het op
Laat de deur niet op slot zijn nu..
Hij duwt hem open met zijn knie
en loopt met grote breedsporige passen naar buiten.
Kijk uit! roept hij
want het verdriet is zo groot dat hij er niet overheen kan kijken,
en doorzichtig is het nooit.
Ver weg, in een sloot of op een drassige plek
onder populieren
of achter een scheve schutting tussen autobanden,
speelgoed, resten van een vuur,
gooit hij het neer
en fluitend loopt hij terug naar huis.
dinsdag 23 november 2010
Vocabulair Eva Gerlach
Dit is je oog. Dit is de zon. Dit koude
dat aan je trekt, is tocht door het open raam.
Dit is water, waarin je altijd past.
Dat is de ketel, die op het vuur zingt
boven de vier draaiknoppen van het gas.
Hier zie je het broodmes in zijn plank staan.
Al deze dingen moet je goed onthouden.
Vandaag of morgen krijgen ze hun zin.
dat aan je trekt, is tocht door het open raam.
Dit is water, waarin je altijd past.
Dat is de ketel, die op het vuur zingt
boven de vier draaiknoppen van het gas.
Hier zie je het broodmes in zijn plank staan.
Al deze dingen moet je goed onthouden.
Vandaag of morgen krijgen ze hun zin.
vrijdag 19 november 2010
Engel Chr. J. van Geel
Regen valt in de regen,
een golf valt in de zee,
wolken voegen zich samen,
scheiden, delen zich mee.
Hij niet, hij bleef maar zweven,
dalende parachutist.
Golven sloegen hun deuren
open, sneeuwwit weer dicht.
Stil, de zee zal geen splinter
in zijn lichaam slaan.
Hij is tussen vleugels hangend
in het lange om de aarde fluiten
van de wind bijna gestegen
stil blijven staan
een golf valt in de zee,
wolken voegen zich samen,
scheiden, delen zich mee.
Hij niet, hij bleef maar zweven,
dalende parachutist.
Golven sloegen hun deuren
open, sneeuwwit weer dicht.
Stil, de zee zal geen splinter
in zijn lichaam slaan.
Hij is tussen vleugels hangend
in het lange om de aarde fluiten
van de wind bijna gestegen
stil blijven staan
maandag 15 november 2010
De bejaarde vrouw Wim Brands
Soms pakt ze de telefoon om te controleren
of er nog een kiestoon is – er valt
niet veel te kiezen –
er is een vriendin aan de andere kant van de stad.
Ook de zon die zo woest naar binnen valt
maakt haar bang vanochtend.
Ze wil weer onbekommerd zijn, zoals
toen in Griekenland met haar vader,
toen ze door een röntgenfoto
van zijn zieke longen naar een
zonsverduistering keek.
of er nog een kiestoon is – er valt
niet veel te kiezen –
er is een vriendin aan de andere kant van de stad.
Ook de zon die zo woest naar binnen valt
maakt haar bang vanochtend.
Ze wil weer onbekommerd zijn, zoals
toen in Griekenland met haar vader,
toen ze door een röntgenfoto
van zijn zieke longen naar een
zonsverduistering keek.
maandag 8 november 2010
Blue lines Ingmar Heytze
Je hoort wel
in mijn porseleinkast,
maar ik breek
altijd zo veel.
Je hebt een hart
van één nacht ijs,
de splinters steken
erdoorheen.
Je houdt van mij
maar kent me niet,
je zwaait met waaiers
van verdriet -
we zijn wel
voor elkaar gemaakt,
maar jij van glas
en ik van steen.
in mijn porseleinkast,
maar ik breek
altijd zo veel.
Je hebt een hart
van één nacht ijs,
de splinters steken
erdoorheen.
Je houdt van mij
maar kent me niet,
je zwaait met waaiers
van verdriet -
we zijn wel
voor elkaar gemaakt,
maar jij van glas
en ik van steen.
maandag 1 november 2010
een manier Leo Vroman
Als er geen God is,
god wat is er dan?
een raar geluid? en
waar komt dat dan uit,
niet eens van buiten
als ik tot slot
ja, sterf eigenlijk, god,
wat vergaat op dat ogenblik,
de wereld of ik?
Zie ik over al dat land
dan de schaduw, het zweet, de hand
neerdalen en ik kan
niet meer opzij, laat mij dan
goed gaan liggen om och
tegen wie praat ik eigenlijk nog
god wat is er dan?
een raar geluid? en
waar komt dat dan uit,
niet eens van buiten
als ik tot slot
ja, sterf eigenlijk, god,
wat vergaat op dat ogenblik,
de wereld of ik?
Zie ik over al dat land
dan de schaduw, het zweet, de hand
neerdalen en ik kan
niet meer opzij, laat mij dan
goed gaan liggen om och
tegen wie praat ik eigenlijk nog
Abonneren op:
Posts (Atom)