vrijdag 22 oktober 2010
dinsdag 19 oktober 2010
Voorbeeld Wislawa Szymborska
Een stormwind
heeft vannacht alle bladeren van de boom gerukt
behalve een enkel blaadje,
achtergelaten,
om solo te wapperen aan een naakte tak.
Met dit voorbeeld
demonstreert het Geweld,
dat het, jawel —
soms van een geintje houdt.
heeft vannacht alle bladeren van de boom gerukt
behalve een enkel blaadje,
achtergelaten,
om solo te wapperen aan een naakte tak.
Met dit voorbeeld
demonstreert het Geweld,
dat het, jawel —
soms van een geintje houdt.
Hier Wislawa Szymborska
Ik weet niet waar nog meer,
maar hier op aarde is genoeg van alles.
Hier maakt men stoelen en verdriet,
schaartjes, violen, tederheid, transistors,
stuwdammen, grappen, kopjes.
Misschien dat elders van alles meer is,
alleen ontbreken daar om bepaalde redenen schilderijen,
kinescopen, noedels, tranendoekjes.
Hier is een overvloed aan plekken met omgeving.
Op sommige kun je bijzonder gesteld raken,
ze op jouw manier benoemen
en behoeden voor het kwade.
Misschien zijn elders soortgelijke plekken,
alleen vindt niemand die mooi.
Misschien als nergens anders of zelden ergens
heb je hier een eigen romp,
en daarbij de nodige attributen
om bij kinderen van anderen die van jezelf te voegen.
En verder handen, benen en een verbaasd hoofd.
Onwetendheid hier is aldoor in de weer,
telt voortdurend iets, vergelijkt, meet,
trekt daaruit conclusies en wortels.
Ik weet het, ik weet wat je denkt.
Niets hier is blijvend,
want voor eeuwig en altijd in de macht der elementen.
Maar zie — elementen raken snel vermoeid
en moeten soms lang rusten
tot de volgende keer.
En ik weet wat je nog meer denkt.
Oorlogen, oorlogen, oorlogen.
Maar ook daartussen doen zich pauzes voor.
Geef acht — de mensen zijn slecht.
Plaats rust — de mensen zijn goed.
Op geef acht produceert men woestenijen.
Op plaats rust worden in het zweet des aanschijns huizen gebouwd
en raken snel bewoond.
Het leven op aarde is tamelijk goedkoop.
Voor dromen bijvoorbeeld betaal je hier geen cent.
Voor illusies — pas als je ze kwijt bent.
Voor het hebben van een lichaam — alleen met dat lichaam.
En alsof dat nog niet genoeg is
draai je zonder kaartje mee in een carrousel van planeten,
en samen met haar, zwart, in een storm van melkwegstelsels,
door tijden zo duizelingwekkend,
dat niets hier op aarde daar zelfs maar van trillen kan.
Want kijk maar eens goed:
de tafel staat waar hij stond,
op de tafel ligt een briefje, zoals daar neergelegd,
door het open raam een vleugje van enkel lucht,
en in de muren geen vervaarlijke spleten,
waardoor je nergens heen zou kunnen waaien
maar hier op aarde is genoeg van alles.
Hier maakt men stoelen en verdriet,
schaartjes, violen, tederheid, transistors,
stuwdammen, grappen, kopjes.
Misschien dat elders van alles meer is,
alleen ontbreken daar om bepaalde redenen schilderijen,
kinescopen, noedels, tranendoekjes.
Hier is een overvloed aan plekken met omgeving.
Op sommige kun je bijzonder gesteld raken,
ze op jouw manier benoemen
en behoeden voor het kwade.
Misschien zijn elders soortgelijke plekken,
alleen vindt niemand die mooi.
Misschien als nergens anders of zelden ergens
heb je hier een eigen romp,
en daarbij de nodige attributen
om bij kinderen van anderen die van jezelf te voegen.
En verder handen, benen en een verbaasd hoofd.
Onwetendheid hier is aldoor in de weer,
telt voortdurend iets, vergelijkt, meet,
trekt daaruit conclusies en wortels.
Ik weet het, ik weet wat je denkt.
Niets hier is blijvend,
want voor eeuwig en altijd in de macht der elementen.
Maar zie — elementen raken snel vermoeid
en moeten soms lang rusten
tot de volgende keer.
En ik weet wat je nog meer denkt.
Oorlogen, oorlogen, oorlogen.
Maar ook daartussen doen zich pauzes voor.
Geef acht — de mensen zijn slecht.
Plaats rust — de mensen zijn goed.
Op geef acht produceert men woestenijen.
Op plaats rust worden in het zweet des aanschijns huizen gebouwd
en raken snel bewoond.
Het leven op aarde is tamelijk goedkoop.
Voor dromen bijvoorbeeld betaal je hier geen cent.
Voor illusies — pas als je ze kwijt bent.
Voor het hebben van een lichaam — alleen met dat lichaam.
En alsof dat nog niet genoeg is
draai je zonder kaartje mee in een carrousel van planeten,
en samen met haar, zwart, in een storm van melkwegstelsels,
door tijden zo duizelingwekkend,
dat niets hier op aarde daar zelfs maar van trillen kan.
Want kijk maar eens goed:
de tafel staat waar hij stond,
op de tafel ligt een briefje, zoals daar neergelegd,
door het open raam een vleugje van enkel lucht,
en in de muren geen vervaarlijke spleten,
waardoor je nergens heen zou kunnen waaien
zondag 17 oktober 2010
Het huwelijk Willem Elsschot
Toen hij bespeurde hoe de nevel van de tijd
in d'ogen van zijn vrouw de vonken uit kwam doven,
haar wangen had verweerd, haar voorhoofd had doorkloven
toen wendde hij zich af en vrat zich op van spijt.
Hij vloekte en ging te keer en trok zich bij de baard
en mat haar met de blik, maar kon niet meer begeren,
hij zag de grootse zonde in duivelsplicht verkeren
en hoe zij tot hem opkeek als een stervend paard.
Maar sterven deed zij niet, al zoog zijn helse mond
het merg uit haar gebeente, dat haar toch bleef dragen.
Zij dorst niet spreken meer, niet vragen of niet klagen,
en rilde waar zij stond, maar leefde en bleef gezond.
Hij dacht: ik sla haar dood en steek het huis in brand.
Ik moet de schimmel van mijn stramme voeten wassen
en rennen door het vuur en door het water plassen
tot bij een ander lief in enig ander land.
Maar doodslaan deed hij niet, want tussen droom en daad
staan wetten in de weg en praktische bezwaren,
en ook weemoedigheid, die niemand kan verklaren,
en die des avonds komt, wanneer men slapen gaat.
Zo gingen jaren heen. De kindren werden groot
en zagen dat de man die zij hun vader heetten,
bewegingloos en zwijgend bij het vuur gezeten,
een godvergeten en vervaarlijke aanblik bood.
in d'ogen van zijn vrouw de vonken uit kwam doven,
haar wangen had verweerd, haar voorhoofd had doorkloven
toen wendde hij zich af en vrat zich op van spijt.
Hij vloekte en ging te keer en trok zich bij de baard
en mat haar met de blik, maar kon niet meer begeren,
hij zag de grootse zonde in duivelsplicht verkeren
en hoe zij tot hem opkeek als een stervend paard.
Maar sterven deed zij niet, al zoog zijn helse mond
het merg uit haar gebeente, dat haar toch bleef dragen.
Zij dorst niet spreken meer, niet vragen of niet klagen,
en rilde waar zij stond, maar leefde en bleef gezond.
Hij dacht: ik sla haar dood en steek het huis in brand.
Ik moet de schimmel van mijn stramme voeten wassen
en rennen door het vuur en door het water plassen
tot bij een ander lief in enig ander land.
Maar doodslaan deed hij niet, want tussen droom en daad
staan wetten in de weg en praktische bezwaren,
en ook weemoedigheid, die niemand kan verklaren,
en die des avonds komt, wanneer men slapen gaat.
Zo gingen jaren heen. De kindren werden groot
en zagen dat de man die zij hun vader heetten,
bewegingloos en zwijgend bij het vuur gezeten,
een godvergeten en vervaarlijke aanblik bood.
donderdag 14 oktober 2010
Herfst Hanny Michaelis
De bomen roesten in het zieke licht
langs somber in zichzelf gekeerde grachten.
In wilde, stormdoorvlaagde regennachten
vertoont de maan een bleek, behuild gezicht
boven de lege straten, smalle schachten
waar in een onverbiddelijk gericht
de zomer langzaam voor het najaar zwicht,
terwijl de huizen op het einde wachten.
Tegen de morgen is de strijd beslecht.
Een vage geur van heimelijk bederven
heeft aan de moede wind zich vastgehecht.
Tussen een handvol dunne zonnescherven
heeft zich de zomer moeizaam neergelegd
om eenzaam en onopgemerkt te sterven.
langs somber in zichzelf gekeerde grachten.
In wilde, stormdoorvlaagde regennachten
vertoont de maan een bleek, behuild gezicht
boven de lege straten, smalle schachten
waar in een onverbiddelijk gericht
de zomer langzaam voor het najaar zwicht,
terwijl de huizen op het einde wachten.
Tegen de morgen is de strijd beslecht.
Een vage geur van heimelijk bederven
heeft aan de moede wind zich vastgehecht.
Tussen een handvol dunne zonnescherven
heeft zich de zomer moeizaam neergelegd
om eenzaam en onopgemerkt te sterven.
vrijdag 8 oktober 2010
Slaap maar Herman de Coninck (Voor coco)
'Slaap maar,' zeg ik
tegen een dochter die allang slaapt
en daar wakker van wordt.
Het onweert. Misschien wil ik wel
dat zij bang is, dan kan ik vader zijn.
Maar ik kan niets anders dan samen met haar
niets kunnen.
Zoals woorden. De dingen gebeuren.
Zonder woorden zouden ze ook gebeuren.
Maar dan zonder woorden.
tegen een dochter die allang slaapt
en daar wakker van wordt.
Het onweert. Misschien wil ik wel
dat zij bang is, dan kan ik vader zijn.
Maar ik kan niets anders dan samen met haar
niets kunnen.
Zoals woorden. De dingen gebeuren.
Zonder woorden zouden ze ook gebeuren.
Maar dan zonder woorden.
woensdag 6 oktober 2010
Los Ingmar Heytze
Dans en weet dat je bestaat
dans een dans op hete kolen
dans de gaten in je zolen
dans tot de planeet vergaat
dans tot alles is gezegd
dans tot je de tijd vergeet
dans zoals je ademhaalt
dans tot je de weg weer weet
dans om nooit meer stil te staan
dans de sterren en de maan
dans de bomen en het bos
niets meer vast en alles los
dans een dans op hete kolen
dans de gaten in je zolen
dans tot de planeet vergaat
dans tot alles is gezegd
dans tot je de tijd vergeet
dans zoals je ademhaalt
dans tot je de weg weer weet
dans om nooit meer stil te staan
dans de sterren en de maan
dans de bomen en het bos
niets meer vast en alles los
Zomeravond Herman de Coninck
Zomeravond. We hebben woorden en tijd.
Behaaglijk is het om van mening en geslacht
te verschillen, waarna alleen nog van geslacht,
een verschil van dag en nacht, waarna nacht.
Laat je strelen, kom.
Ik hou ervan je lichaam te verdelen
in van alles twee, zoals ik deze zomer
de zee verdeelde toen ik schoolslag zwom.
Behaaglijk is het om van mening en geslacht
te verschillen, waarna alleen nog van geslacht,
een verschil van dag en nacht, waarna nacht.
Laat je strelen, kom.
Ik hou ervan je lichaam te verdelen
in van alles twee, zoals ik deze zomer
de zee verdeelde toen ik schoolslag zwom.
VIER MANIEREN OM OP IEMAND TE WACHTEN Joke van Leeuwen
1
Zittend. Denkend aan liggen. Je handen
strijken rimpels in het tafellaken glad
rond een gerecht dat moeilijk en te veel
voor twee en niet als op het plaatje is,
maar ruikt, het ruikt de ramen uit, het
doet zijn best niet in te zakken, zoals
een ingehouden buik niet bol te zijn -
ook andersom is vergelijken.
2
Lopend. Bijvoorbeeld naar de ramen
en terug en toch weer naar de ramen,
omdat geluid zich buigt naar wat je
horen wilt, maar het niet is. Er danst
een stoet voorbij, verklede mensen die
iets onverstaanbaars juichen, van elkaar
goed weten hoe ze heten en te kijken
dansen dat je kijken moet.
3
Staand. Bij een ingang, uitgang waar je zei
dat, maar er zijn er drie, je weet niet meer
of die of deze. Van blijven staan komt
niemand tegen, maar met bewegen
wordt haast bereikt wat net verdween.
Zeker nog niet gezegd wie blijft en wie
beweegt en wie dan wie wanneer
en van hoe ver weer ziet.
4
Niet.
Zittend. Denkend aan liggen. Je handen
strijken rimpels in het tafellaken glad
rond een gerecht dat moeilijk en te veel
voor twee en niet als op het plaatje is,
maar ruikt, het ruikt de ramen uit, het
doet zijn best niet in te zakken, zoals
een ingehouden buik niet bol te zijn -
ook andersom is vergelijken.
2
Lopend. Bijvoorbeeld naar de ramen
en terug en toch weer naar de ramen,
omdat geluid zich buigt naar wat je
horen wilt, maar het niet is. Er danst
een stoet voorbij, verklede mensen die
iets onverstaanbaars juichen, van elkaar
goed weten hoe ze heten en te kijken
dansen dat je kijken moet.
3
Staand. Bij een ingang, uitgang waar je zei
dat, maar er zijn er drie, je weet niet meer
of die of deze. Van blijven staan komt
niemand tegen, maar met bewegen
wordt haast bereikt wat net verdween.
Zeker nog niet gezegd wie blijft en wie
beweegt en wie dan wie wanneer
en van hoe ver weer ziet.
4
Niet.
Ja liefste K. Michel
Ja liefste Tot mijn lippen bloeden
Tot het plafond naar beneden komt
Tot de nacht wit wegtrekt
Tot de katten in de tuinen krijsen
Tot het licht de ramen openschuift
Tot er vogels door de kamer vliegen
Tot de buren over het balkon klimmen
Tot de fietsers op straat stilstaan
Tot het wolkendek openbreekt
Tot alles blauw is
Tot alles rood wordt
Tot de tijd ontploft
Tot mijn hart stopt
Tot het plafond naar beneden komt
Tot de nacht wit wegtrekt
Tot de katten in de tuinen krijsen
Tot het licht de ramen openschuift
Tot er vogels door de kamer vliegen
Tot de buren over het balkon klimmen
Tot de fietsers op straat stilstaan
Tot het wolkendek openbreekt
Tot alles blauw is
Tot alles rood wordt
Tot de tijd ontploft
Tot mijn hart stopt
Nee! Nee! K.Michel
Nee! Nee!
Het is niet je innerlijk
dat je hoort.
Niet je verlangen, niet je geweten.
Het is een aap
een donkere aap in je nek
die zo indringend fluistert. (...)
De vraag wie ben ik
die dicteert hij.
De zin der dingen
het saldo, de vooruitgang
dat zijn zijn fantomen. (...)
De aap staat op de agenda.
De aap is prioriteit no. 1
De wil tot weten, het zwarte hart
De aap is de baas.
Zit in de nacht
wees stil en wacht.
Het is niet je innerlijk
dat je hoort.
Niet je verlangen, niet je geweten.
Het is een aap
een donkere aap in je nek
die zo indringend fluistert. (...)
De vraag wie ben ik
die dicteert hij.
De zin der dingen
het saldo, de vooruitgang
dat zijn zijn fantomen. (...)
De aap staat op de agenda.
De aap is prioriteit no. 1
De wil tot weten, het zwarte hart
De aap is de baas.
Zit in de nacht
wees stil en wacht.
Abonneren op:
Posts (Atom)